Extra verhoging maximum uurprijzen kinderopvangtoeslag

De minister van SZW heeft in een brief aan de Tweede Kamer de extra verhoging van de maximum uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag voor 2024 bekend gemaakt. De extra verhoging is de uitwerking van een door de Tweede Kamer aangenomen amendement op de begroting van het ministerie van SZW. Op 24 oktober is dit amendement door de Kamer aangenomen. De maximum uurprijs kinderopvang wordt met € 0,60 verhoogd tot € 10,25. De maximum uurprijs voor de buitenschoolse opvang gaat met € 0,82 omhoog naar € 9,12 en de maximum uurprijs voor gastouderopvang gaat met € 0,29 omhoog naar € 7,53.

Voor de extra verhoging op basis van het amendement moet het Besluit kinderopvangtoeslag worden gewijzigd. Een wijzigingsbesluit wordt met spoed opgesteld, maar zal niet eerder dan medio maart 2024 worden gepubliceerd.

Bedragen kinderbijslag per 1 juli 2022

De minister van SZW heeft de per 1 juli 2022 geldende bedragen voor de kinderbijslag gepubliceerd. Het basisbedrag van de kinderbijslag wordt twee keer per jaar aangepast aan de ontwikkeling van het algemene prijsniveau. Dit gebeurt per 1 januari en per 1 juli.

Per 1 juli 2022 gelden de volgende bedragen:

Leeftijd kindBedrag per kwartaal
 jonger dan 6 jaar € 249,31
 6 tot 12 jaar € 302,74
 12 tot 18 jaar € 356,16

Uurprijzen kinderopvangtoeslag 2023

De minister van SZW en de staatssecretaris van Financiën hebben een ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag aan de Tweede Kamer voorgelegd. De wijzigingen bestaan uit de indexatie van de toetsingsinkomens en de maximum uurprijzen, het loslaten van de koppeling gewerkte uren en de bekostiging van de intensivering van toezicht en handhaving in de gastouderopvang. Volgens het ontwerpbesluit gelden per 1 januari 2023 de volgende maximum uurprijzen:

  1. voor dagopvang € 8,97;
  2. voor buitenschoolse opvang € 7,72; en
  3. voor gastouderopvang € 6,73.

De koppeling gewerkte uren bepaalt de verhouding tussen het aantal uren kinderopvangtoeslag waar ouders aanspraak op maken en het aantal gewerkte uren van de minst werkende ouder. In het coalitieakkoord is afgesproken deze koppeling te laten vervallen. Ouders hebben met ingang van 2023 recht op maximaal 230 uren kinderopvangtoeslag per maand waarin zij werken.

De intensivering van het toezicht op de gastouderopvang wordt gefinancierd uit een verlaging van de maximum uurprijs voor de gastouderopvang in 2023 met € 0,15.

Maximum uurprijzen kinderopvangtoeslag 2022

De minister van SZW heeft de maximum uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag voor het jaar 2022 gepubliceerd. De gewijzigde bedragen stemmen overeen met het eerder aan de Tweede Kamer toegestuurde concept.

De maximum uurprijzen zijn als volgt vastgesteld.

 Jaar 2022 2021
 Dagopvang € 8,50 € 8,46
 Buitenschoolse opvang € 7,31 € 7,27
 Gastouderopvang € 6,52 € 6,49

Vanaf een toetsingsinkomen van € 127.939 in 2022 (€ 129.457 in 2021) ontvangt een ouder voor de kosten van kinderopvang van het eerste kind aan kinderopvangtoeslag 33,3% van de kosten.

Het aantal uren kinderopvang, dat voor kinderopvangtoeslag in aanmerking komt, is gekoppeld aan het aantal gewerkte uren van de minstwerkende ouder. 140% van de gewerkte uren komt in aanmerking voor kinderopvangtoeslag bij dag- en gastouderopvang. Met ingang van 2022 geldt dat percentage ook voor buitenschoolse opvang.

Bedragen kinderbijslag per 1 juli 2021

De minister van SZW heeft de bedragen van de Algemene Kinderbijslagwet, zoals deze met ingang van 1 juli 2021 gelden, gepubliceerd. De bedragen luiden als volgt:

  • voor een kind, dat jonger is dan 6 jaar € 224,87;
  • voor een kind, dat 6 jaar of ouder is maar jonger dan 12 jaar € 273,05; en
  • voor een kind, dat 12 jaar of ouder is maar jonger dan 18 jaar € 321,24.

De bedragen gelden per kwartaal.

Maximum uurprijzen kinderopvang 2022 gepubliceerd

De minister van SZW heeft een ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag naar de Tweede Kamer gestuurd. De wijzigingen betreffen de indexatie van de toetsingsinkomens en de maximum uurprijzen voor dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang en de verruiming van de koppeling gewerkte uren voor buitenschoolse opvang.

De maximum uurprijzen bedragen per 1 januari 2022 voor:

  • dagopvang € 8,50;
  • buitenschoolse opvang € 7,31; en
  • gastouderopvang € 6,52.

Vanaf een toetsingsinkomen van € 127.939 in 2022 (€ 129.457 in 2021) ontvangt een ouder voor de kosten van kinderopvang van het eerste kind aan kinderopvangtoeslag 33,3% van de kosten.

Het aantal uren kinderopvang, dat voor kinderopvangtoeslag in aanmerking komt, is gekoppeld aan het aantal gewerkte uren van de minstwerkende ouder. 140% van de gewerkte uren komt in aanmerking voor kinderopvangtoeslag bij dag- en gastouderopvang. Met ingang van 2022 geldt dat percentage ook voor buitenschoolse opvang.

Uitzonderingen vermogenstoets toeslagregelingen

Voor enkele toeslagregelingen gelden vermogenstoetsen. Het gaat om de zorgtoeslag, de huurtoeslag en het kindgebonden budget. Boven een bepaald vermogen komen mensen niet in aanmerking voor toekenning van een toeslag. In een ministeriële regeling zijn twee uitzonderingen op de vermogenstoets voor toeslagregelingen vastgelegd. Het gaat om de toename van het vermogen in box 3 als gevolg van de hersteloperatie kinderopvangtoeslag en om de coronazorgbonus.

Met deze uitzonderingen moet het verlies van de aanspraak op een of meerdere toeslagen voor belanghebbenden die afhankelijk zijn van inkomensondersteuning worden voorkomen.

Maximum uurprijzen kinderopvang 2021

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een ontwerpbesluit met de maximum uurprijzen voor kinderopvang voor het jaar 2021 naar de Tweede Kamer gestuurd. Volgens dit ontwerpbesluit worden de voor 2020 geldende maxima verhoogd met 3,5%. De definitieve vaststelling volgt op een later moment.

 Maximum uurprijs 

  2020 

  2021 

 Dagopvang 

 € 8,17 

 € 8,46 

 Buitenschoolse opvang 

 € 7,02 

 € 7,27 

 Gastouderopvang 

 € 6,27 

 € 6,49 

 

Tegemoetkoming eigen bijdrage kosten kinderopvang

Op last van het kabinet zijn de kinder- en gastouderopvang op 16 maart 2020 gesloten. Het kabinet heeft aangekondigd ouders tegemoet te komen in de eigen bijdrage voor de kosten van de opvang. De regeling waarin de tegemoetkoming is uitgewerkt is nu gepubliceerd. De tegemoetkoming geldt voor de periode van 16 maart tot en met 19 mei 2020. Er wordt gebruik gemaakt van de bij de Belastingdienst/Toeslagen bekende gegevens voor de vaststelling van het bedrag voor de tegemoetkoming. Ouders hoeven geen aanvraag in te dienen. De Sociale Verzekeringsbank keert het bedrag rechtstreeks uit en stuurt een beschikking met een uitleg over de wijze van berekening. Mocht er worden besloten dat de periode waarin basisscholen en kinderopvang gedeeltelijk gesloten blijven wordt verlengd, dan zal de uitkering betrekking hebben op deze langere periode. De vaststelling van de tegemoetkoming zal dan op een later moment plaatsvinden dan in de maand juni of juli van dit jaar. De tegemoetkoming ziet alleen op de eigen bijdrage in de kosten van de kinderopvang in de bedoelde periode waarover de ouder kinderopvangtoeslag heeft ontvangen en tot de maximum uurprijs.

Bedragen kindregelingen 2020

Kinderbijslag
Met ingang van 1 januari 2020 gelden de volgende bedragen per kind per kwartaal.

Leeftijd kind

Bedrag

0 t/m 5 jaar

€ 221,49

6 t/m 11 jaar

€ 268,95

12 t/m 17 jaar 

 € 316,41

Kinderopvang
De maximum uurprijzen voor dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang voor 2020 zijn als volgt:

  • dagopvang € 8,17;
  • buitenschoolse opvang € 7,02;
  • gastouderopvang € 6,27.

Kindgebonden budget
Voor het kindgebonden budget gelden de volgende bedragen op jaarbasis.

Aantal kinderen

Inkomen tot € 21.430

1

€ 1.185

2

€ 2.190

3

€ 2.487

4

€ 2.784

Voor ieder volgend kind wordt het kindgebonden budget verhoogd met € 297. Verder geldt een verhoging van het kindgebonden budget voor 12- tot 15-jarigen van € 243 per jaar. De verhoging voor 16- en 17-jarigen is € 434 per jaar. Voor een alleenstaande ouder wordt het kindgebonden budget verhoogd met € 3.190. Het recht op kindgebonden budget vervalt als het vermogen in box 3 op 1 januari groter is dan € 116.613 voor een alleenstaande en € 147.459 voor partners. Bij een inkomen hoger dan € 21.430 daalt het kindgebonden budget met 6,75% van het meerdere inkomen.