Subsidieregeling maatwerkafspraken duurzame inzetbaarheid

Uitvloeisel van het in 2019 gesloten pensioenakkoord is een subsidieregeling voor sectorale maatwerkafspraken rondom duurzame inzetbaarheid, langer doorwerken en eerder uittreden. Het pensioenakkoord bevat afspraken over duurzame inzetbaarheid. Die afspraken moeten eraan bijdragen dat ook mensen die zwaar werk doen hun pensioen gezond werkend kunnen bereiken.

De subsidieregeling heeft de naam tijdelijke maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (MDIEU). Sociale partners in de diverse sectoren kunnen in een samenwerkingsverband subsidieaanvragen indienen met als doel het duurzaam inzetbaar houden van werkenden en het faciliteren van langer doorwerken, het wegnemen van knelpunten bij het realiseren van regelingen die vrijgesteld zijn van de extra belastingheffing voor regelingen voor vervroegd uittreden (RVU) en het introduceren van faciliteiten voor werkenden om inzicht te krijgen in de effecten op inkomen en pensioenuitkering bij het gebruik maken van diverse regelingen. De MDIEU loopt van 2021 tot en met 2025. Voor deze regeling is in totaal € 964 miljoen beschikbaar.

In de periode tot en met 2025 kunnen werkgevers gebruik maken van een tijdelijke beperking van de extra belastingheffing voor RVU. Deze pseudo-eindheffing van 52% geldt niet voor zover de uitkeringen niet uitkomen boven de drempelvrijstelling van de netto-AOW mits de uitkeringen niet meer dan drie jaar voor de AOW-leeftijd ingaan. Een werknemer kan zo tot drie jaar eerder een met de AOW vergelijkbare situatie bereiken.

Werkgevers kunnen met hun werknemers afspraken op maat maken over eerder uittreden. Sociale partners in sectoren kunnen ook afspraken maken voor specifieke groepen werknemers waarvan zij menen dat de zwaarte van het werk, in combinatie met de verhoging van de AOW-leeftijd van de afgelopen jaren, het moeilijk maakt om door te werken tot hun pensioen.

Tweede openstelling kosteloos ontwikkeladvies

De Tijdelijke subsidieregeling NL leert door met inzet van ontwikkeladvies is per 1 augustus 2020 in werking getreden. Het doel van de regeling is om mensen door middel van kosteloos te volgen ontwikkeladviestrajecten handvatten te geven voor het in kaart brengen van hun ontwikkelmogelijkheden en loopbaankansen. Binnen een maand was het maximale aantal van 22.000 registraties bereikt. Het kabinet heeft besloten om extra budget beschikbaar te stellen voor ontwikkeladviestrajecten. Daardoor waren er 50.000 ontwikkeladviestrajecten beschikbaar vanaf 1 december 2020. De website www.ontwikkeladviesportaal.nl is op die datum opengesteld voor de registratie van ontwikkeladviestrajecten. Vanaf dat moment kon de loopbaanadviseur weer nieuwe loopbaanadviestrajecten registreren. Het totaal aantal trajecten is inmiddels vergeven en het aanvraagloket is gesloten.

Extra subsidie beroepsbegeleidende leerweg

De subsidie praktijkleren is een tegemoetkoming voor de kosten die een werkgever maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student. De werkgever moet een erkend leerbedrijf zijn om in aanmerking te komen voor subsidie. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het aantal weken dat een leerbedrijf een student in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) begeleidt. Het maximale subsidiebedrag is € 2.700 per praktijkleerplaats. De subsidieregeling praktijkleren is voor de studiejaren 2019–2020 tot en met 2021–2022 uitgebreid met een extra compartiment. Erkende leerbedrijven in de sectoren landbouw, horeca en recreatie komen in aanmerking voor een toeslag op de subsidie voor een bbl-leerplek. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het aantal gerealiseerde weken begeleiding bij de beroepspraktijkvorming in het betreffende studiejaar. Het beschikbare budget wordt per gerealiseerde begeleidingsweek verdeeld over alle leerplaatsen die in aanmerking komen voor de toeslag. Bij de aanvraag van het basisbedrag van de subsidieregeling moet de werkgever aangeven of hij behoort tot de sector landbouw, horeca of recreatie.

De minister van Onderwijs en Wetenschap heeft onlangs bekendgemaakt dat voor de studiejaren 2020–2021 en 2021–2022 € 10,6 miljoen per jaar extra beschikbaar is in aanvulling op de regeling praktijkleren. Dit extra budget geldt voor andere sectoren dan de landbouw, horeca en recreatie. De wijziging van de regeling praktijkleren zal begin 2021 gepubliceerd worden. De toeslag is beschikbaar voor de volgende sectoren: levensmiddelenindustrie, nijverheid, bouw, handel, transport, telecommunicatie, wellness en overige dienstverlening.

In diverse sectoren zijn afspraken gemaakt voor aanvullende subsidie voor bbl-leerplekken.

Voor de bouw geldt voor werknemers die tussen 1 juli 2020 en 30 juni 2021 starten of zijn gestart met een bbl-opleiding een aanvullende subsidie van € 1.250. Deze wordt onderverdeeld in een bedrag van € 500 bij begin van de opleiding en van € 750 bij afronding van de opleiding.
In de hovenierssector is een extra bedrag van € 1.000 per leerjaar beschikbaar voor leerlingen die vanaf de zomer van 2020 starten of zijn gestart met een bbl-opleiding.
Bedrijven in de metaalsector komen voor het studiejaar 2020-2021 in aanmerking voor € 1.250 extra subsidie voor een bbl-leerplek.

Internetconsultatie subsidieregeling duurzame inzetbaarheid

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een concept van de tijdelijke subsidieregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden ter consultatie gepubliceerd.

De subsidieregeling vloeit voort uit de afspraken die zijn gemaakt in het pensioenakkoord. De regeling is bedoeld om maatwerkafspraken binnen de verschillende sectoren over duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden te faciliteren. Sociale partners in sectoren kunnen gezamenlijk subsidieaanvragen indienen voor het duurzaam inzetbaar houden van werkenden en het wegnemen van knelpunten bij het realiseren van regelingen die vrijgesteld zijn van de pseudo-eindheffing die geldt voor regelingen voor vervroegd uittreden. Bij de regelingen voor eerder uittreden kunnen knelpunten optreden, bijvoorbeeld omdat er binnen een sector relatief veel zwaar werk is of omdat er relatief veel kleinere werkgevers zijn die problemen hebben met de financiering van dergelijke regelingen. Het budget voor duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden bedraagt € 1 miljard. Daarvan is 75% bedoeld voor ondersteuning bij knelpunten rond eerder uittreden en 25% voor investeringen in duurzame inzetbaarheid.

Om de regelingen voor eerder stoppen met werken te bevorderen komt er van 2021 tot en met 2025 een tijdelijke fiscale drempelvrijstelling voor regelingen voor vervroegde uittreding. De uitkeringen uit deze regelingen zijn vrijgesteld van de pseudo-eindheffing, voor zover ze niet uitkomen boven de drempel. Deze is gebaseerd op de netto-AOW. De uitkeringen mogen niet meer dan drie jaar voor de AOW-leeftijd ingaan. De regelingen kunnen voor individuele werknemers gelden of per sector voor specifieke groepen werknemers vanwege de zwaarte van het werk. Generieke regelingen vallen niet onder de vrijstelling.

In de periode van 2021 t/m 2025 zal vier keer een aanvraagtijdvak worden opengesteld voor de aanvraag van subsidie voor een activiteitenplan. Aanvragen kunnen worden ingediend door een samenwerkingsverband van werknemers- en werkgeversorganisaties op sector- of brancheniveau. Er wordt gestreefd naar één aanvraag per sector of branche.

Subsidie is ook mogelijk voor een sectoranalyse. Dat is een analyse van opgaven op het gebied van duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden waar een sector voor staat in een periode van ten minste vijf jaar. Alle sectoren of branches kunnen een subsidieaanvraag indienen. Voor de sectoranalyse geldt een subsidiebedrag van € 20.000 per samenwerkingsverband. Op een subsidieaanvraag voor een sectoranalyse zal binnen zes weken worden beslist. Er wordt in totaal twee keer een aanvraagtijdvak opengesteld voor een subsidie voor een sectoranalyse.

Daarnaast wordt subsidie verleend voor activiteiten die zijn opgenomen in een integraal activiteitenplan dat is gebaseerd op een eerdere sectoranalyse. Een activiteitenplan bevat in elk geval een beschrijving van de aanpak, met doelstellingen, beoogde effecten en doelgroep van de activiteiten, een onderbouwde begroting, een beschrijving van de noodzaak van subsidiëring en een beschrijving van de voorwaarden waaronder de respectievelijke activiteiten worden uitgevoerd. Het aangevraagde subsidiebedrag voor een activiteitenplan bedraagt ten minste € 250.000 exclusief overhead.

Reacties kunnen worden gegeven tot 18 september 2020 op https://www.internetconsultatie.nl/subsidieregelingduurzameinzetbaarheid.

Wijziging subsidieregeling elektrische personenauto’s

Op 1 juli 2020 is de Subsidieregeling elektrische personenauto’s in werking getreden. Op grond van deze regeling hebben particulieren recht op een subsidie van € 4.000 bij de aanschaf of lease van een nieuwe en elektrische personenauto. Voor de aanschaf of lease van een gebruikte personenauto geldt een subsidiebedrag van € 2.000. Het subsidieplafond van 2020 voor de aanschaf en lease van nieuwe elektrische personenauto’s is overigens al op 8 juli 2020 bereikt.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat heeft in de subsidieregeling de begripsomschrijving van een nieuwe personenauto gewijzigd. De oude omschrijving was als volgt: de personenauto waarvan volgens het kentekenregister de datum van eerste toelating, de datum van eerste tenaamstelling en de datum waarop de personenauto voor het eerst op kenteken is geregistreerd, gelijk zijn. Om mogelijke verwarring te voorkomen is het woord ‘eerste’ voor tenaamstelling in de begripsbepaling van nieuwe personenauto vervallen. De wijziging heeft terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2020, waardoor deze vanaf de start van de regeling geldt.

Aanschafsubsidie elektrische auto

De subsidieregeling voor elektrische personenauto’s is gepubliceerd in de Staatscourant. Particulieren kunnen vanaf 1 juli een aanvraag indienen voor de subsidie bij de koop of lease van een elektrische auto. De subsidie bedraagt in 2020 en 2021 € 4.000 voor een nieuwe en € 2.000 voor een gebruikte elektrische auto. De subsidie voor nieuwe auto’s daalt in de volgende jaren. In 2022 bedraagt de subsidie € 3.700, in 2023 € 3.350, in 2024 € 2.950 en in 2025 € 2.550. Een aanvrager komt gedurende de looptijd van de regeling slechts eenmaal in aanmerking voor subsidie.

Om voor subsidie in aanmerking te komen mag de catalogusprijs van de elektrische auto niet lager zijn dan € 12.000 en niet hoger dan € 45.000. De auto moet een actieradius hebben van minimaal 120 km. In het geval van koop moet de auto ten minste drie jaar op naam van de koper blijven staan. In het geval van lease bedraagt de periode ten minste vier jaar. De subsidie bij leasecontracten wordt in maandelijkse bedragen van 1/48 van het totaal uitgekeerd.

De regeling loopt voor nieuwe auto’s tot 1 juli 2025 en voor gebruikte tot 1 juli 2024.

Verlenging termijn aanvraag doelgroepverklaring LKV

Het loonkostenvoordeel (LKV) is een tegemoetkoming voor werkgevers die een of meer werknemers in dienst nemen uit doelgroepen die lastig aan werk komen. De doelgroepen van het LKV zijn:

  • oudere werknemers met een uitkering;
  • werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering;
  • werknemers met een arbeidsbeperking
  • arbeidsongeschikte werknemers, die herplaatst worden.

Doelgroepverklaring nodig

Om het LKV te ontvangen heeft de werkgever een kopie van de doelgroepverklaring van de werknemer nodig. De werknemer kan deze aanvragen bij het UWV, maar is niet verplicht om een doelgroepverklaring aan te vragen. De reguliere termijn voor het aanvragen van een doelgroepverklaring is drie maanden, te rekenen vanaf het moment waarop de werknemer in dienst is getreden bij de werkgever.

Termijnverlenging

Als gevolg van de coronacrisis is de termijn voor het aanvragen van een doelgroepverklaring voor het LKV tijdelijk met drie maanden verlengd. Deze termijnverlening geldt voor alle doelgroepverklaringen die worden aangevraagd voor dienstverbanden die zijn gestart tussen 1 januari 2020 en 1 juni 2020. De reden voor de termijnverlenging is dat het ten gevolge van de coronacrisis niet altijd lukt om de aanvraag op tijd te doen.

Subsidie voor aanschaf elektrische auto vanaf 1 juli 2020

Een van de afspraken uit het klimaatakkoord is de invoering van een subsidieregeling voor de aanschaf van elektrische auto’s door particulieren. Deze regeling is nu in concept gepubliceerd. De subsidie bedraagt maximaal € 4.000 voor een nieuwe en € 2.000 voor een gebruikte elektrische auto. De regeling gaat naar verwachting op 1 juli in. De subsidie geldt niet alleen voor de koop van een elektrische auto, maar ook voor private lease. Voorwaarden voor de subsidie zijn de volgende:

  1. De (oorspronkelijke) cataloguswaarde ligt tussen € 12.000 en € 45.000.
  2. De actieradius bedraagt minimaal 120 kilometer.
  3. De auto moet minimaal drie jaar op naam van de eigenaar blijven staan. In het geval van lease moet het leasecontract vier jaar lopen.
  4. De auto behoort tot het privévermogen van de koper.

Eigenaren, die de auto binnen drie jaar verkopen, betalen een deel van de subsidie terug. Bij een leasecontract wordt subsidie in maandelijkse termijnen uitbetaald. Wordt het leasecontract binnen vier jaar beëindigd dan stopt de subsidie.
Iedere particulier kan slechts één keer subsidie aanvragen. De subsidie wordt alleen verkregen bij aankoop of lease via een erkend bedrijf.

Het subsidiebedrag voor nieuwe auto’s daalt de komende jaren geleidelijk tot € 2.550 in 2025. Voor gebruikte auto’s blijft het subsidiebedrag tot en met 2024 gelijk. De subsidieregeling loopt tot en met 2025 voor nieuwe en tot en met 2024 voor gebruikte auto’s. In totaal is een bedrag van € 250 miljoen beschikbaar voor de subsidieregeling.

Subsidieregeling SLIM op 2 maart open

De subsidieregeling SLIM (stimuleringsregeling leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen) wordt op 2 maart opengesteld. Vanaf die datum tot 31 maart is €15 miljoen beschikbaar voor ondernemers in het mkb voor zaken als het oprichten van een bedrijfsschool, loopbaanadviezen voor personeel of het volgen van een (deel van een) mbo-opleiding. In september volgt een tweede openstelling. Het maximale subsidiebedrag per aanvraag is € 25.000. De regeling wordt uitgevoerd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Subsidieregeling energiebesparing eigen huis weer opengesteld

De minister van Binnenlandse Zaken heeft de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) opnieuw opengesteld voor eigenaar-bewoners. De SEEH regelt een subsidie voor eigenaren-bewoners, verenigingen van eigenaren, wooncoöperaties en woonverenigingen, die minimaal twee grote isolerende maatregelen laten uitvoeren aan hun woning. In verband met het bereiken van het subsidieplafond is de SEEH in 2017 voor eigenaren-bewoners stopgezet. Vanaf 2 september 2019 kunnen eigenaren-bewoners weer subsidie aanvragen. Werkzaamheden, die verricht zijn vanaf 15 augustus 2019, komen in aanmerking voor subsidie. Het budget voor de regeling bedraagt € 84 miljoen voor de periode tot en met 2020. De subsidie kan door een eigenaar-bewoner worden aangevraagd nadat de maatregelen aan de woning zijn getroffen. De subsidie bedraagt ongeveer 20% van de kosten. Subsidiabele maatregelen zijn isolatie van dak, gevel, spouwmuur, ramen of vloer/bodem. Aanvullend kan subsidie worden aangevraagd voor kleinere maatregelen zoals waterzijdig inregelen, een energiedisplay of een maatwerkadvies voor energiebesparing.