Vraag middeling aan bij wisselende inkomens, het kan nog

Mensen met een sterk wisselend inkomen in box 1 kunnen met een beroep op de middelingsregeling een vermindering van belasting verkrijgen. De inkomens over drie opeenvolgende jaren worden gemiddeld waarna de belasting per jaar over het gemiddelde inkomen wordt berekend. Het verschil tussen de eerder berekende belasting en de herrekende belasting, verminderd met een drempelbedrag van € 545, wordt op verzoek teruggegeven. De middelingsregeling is per 1 januari 2023 afgeschaft. Middeling is voor het laatst mogelijk over een tijdvak waarin het inkomen over het jaar 2022 is begrepen. Dat betekent dat middeling voor het laatst mogelijk is over de jaren 2022 tot en met 2024.

Giftenaftrek in 2023

Voor de aftrek van giften aan het algemeen nut beogende instellingen en aan steunstichtingen SBBI geldt een drempel van 1% van het verzamelinkomen van u en uw fiscale partner samen, met een minimum van € 60. Betaal de geplande giften voor twee jaar in één jaar om de invloed van de aftrekdrempel te beperken.

Voor giften in de vorm van een periodieke uitkering met een looptijd van ten minste vijf jaar geldt de aftrekdrempel niet, maar wel een plafond van € 250.000 per jaar.

Vrije ruimte in 2023 hoger dan in 2024

Vrije ruimte

Uitgangspunt van de werkkostenregeling is dat alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers loon vormen, ook als het gaat om kosten die 100% zakelijk zijn. Er is een vrije ruimte waarbinnen vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij gegeven kunnen worden. De vrije ruimte bedraagt in 2023 3% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom en 1,18% over het meerdere. In 2024 daalt de vrije ruimte naar 1,92% over de eerste € 400.000. Maak waar mogelijk nog gebruik van de hogere vrije ruimte in 2023.

Bonussen en eindejaarsuitkeringen
Bonussen en eindejaarsuitkeringen zijn doorgaans bruto. Wellicht kunt u deze uitkeringen geheel of gedeeltelijk belastingvrij doen, bijvoorbeeld in de vorm van een vergoeding voor reiskosten. Mogelijk heeft u nog een deel van de vrije ruimte over om bonussen belastingvrij uit te betalen.

Eindheffing
Is het totale bedrag aan vergoedingen en verstrekkingen aan uw werknemer hoger dan de vrije ruimte, dan moet u over het meerdere een zogenaamde eindheffing van 80% betalen.

Vrijstellingen en nihilwaarderingen

Voor bepaalde vergoedingen en verstrekkingen gelden aparte vrijstellingen, die niet ten laste komen van de vrije ruimte. Wanneer de vergoeding hoger is dan de daarvoor geldende norm, dan is het deel boven de norm belastbaar loon van de werknemer. Er zijn ook verstrekkingen die op nihil worden gewaardeerd. Daarvoor hoeft dus geen bedrag bij het loon geteld te worden.

Gerichte vrijstelling thuiswerkkosten

Sinds 2022 geldt er een gerichte vrijstelling voor de vergoeding van kosten van thuiswerken. Vergoedingen tot een bedrag van € 2,15 per thuisgewerkte dag of gedeelte daarvan zijn vrijgesteld. Voor een werkdag kan niet zowel de vrijstelling voor een thuiswerkvergoeding als de vrijstelling voor een vergoeding voor kosten van woon-werkverkeer (2023: € 0,21/km en 2024: € 0,23/km) worden toegepast. Wel kan op een thuiswerkdag een vergoeding voor een dienstreis worden toegekend. Op basis van de verhouding thuiswerkdagen en werkdagen op de vaste werkplek kan een combinatie van thuiswerk- en reiskostenvergoeding worden gegeven.

Vrijstelling OV-abonnementen en voordeelurenkaarten

In het Belastingplan 2024 wordt voorgesteld om het privégebruik van een door de werkgever vergoede of verstrekte OV-kaart gericht vrij te stellen, als de werknemer de OV- kaart ook voor zakelijke reizen, waaronder woon-werkverkeer, gebruikt. Deze vrijstelling gaat in per 1 januari 2024.

Aftrekposten in hoogste tariefschijf in 2023

Het tarief waartegen de aftrek van ondernemersfaciliteiten, betaalde hypotheekrente en de persoonsgebonden aftrek in de hoogste tariefschijf worden verrekend is niet het tabeltarief van 49,5% maar het tarief van de eerste schijf. In 2023 bedraagt dit 36,93% en in 2024 36,97%. De hoogste tariefschijf begint in 2023 bij een inkomen van € 73.031 en in 2024 bij € 75.518. Het voordeel van deze aftrekposten is hierdoor beperkt voor mensen met een hoger inkomen in box 1 van de inkomstenbelasting.

Voor ondernemers gaat het om de volgende faciliteiten:

  • de zelfstandigenaftrek;
  • de aftrek speur- en ontwikkelingswerk;
  • de meewerkaftrek;
  • de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid;
  • de stakingsaftrek; en
  • de mkb-winstvrijstelling. Anders dan eerder aangekondigd gaat deze in 2024 niet omlaag naar 12,7% maar naar 13,31% van de winst.

Onder de persoonsgebonden aftrek vallen:

  • uitgaven voor onderhoudsverplichtingen;
  • uitgaven voor specifieke zorgkosten;
  • weekenduitgaven voor gehandicapten; en
  • aftrekbare giften.

Het zo mogelijk naar voren halen van uitgaven die kwalificeren als persoonsgebonden aftrek of het in 2023 vooruit betalen van hypotheekrente over de eerste helft van 2024 kan voordelig zijn.

Optimaliseer de investeringsaftrek in 2023 en 2024

Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) voor investeringen boven € 2.600 tot € 63.716 bedraagt 28% met een maximum van € 17.841. De KIA blijft vervolgens € 17.841 tot een investeringsbedrag van € 117.991, om daarna af te nemen met 7,56% van het meerdere. In 2024 bedraagt de KIA 28% van het investeringsbedrag voor investeringen boven € 2.849 tot € 69.840. Het maximum is dan € 19.555. De KIA blijft vervolgens gelijk tot een investeringsbedrag van € 129.330, om daarna af te nemen met 7,56% van het meerdere. Door uw investeringen slim te plannen kunt u de KIA optimaliseren. De KIA geldt niet voor alle bedrijfsmiddelen.

In aanvulling op de KIA heeft u mogelijk recht op milieu-investeringsaftrek (MIA) of op energie-investeringsaftrek (EIA).

MIA

De MIA is een subsidieregeling voor de investering in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. De aftrekpercentages van de MIA wijzigen in 2024 niet ten opzichte van 2023. De hoogte van de percentages is afhankelijk van de categorie waarin het bedrijfsmiddel is ingedeeld. Voor categorie I bedraagt de aftrek 45%, voor categorie II 36% en voor categorie III 27%.

EIA

De EIA is een subsidieregeling voor de investering in energiezuinige bedrijfsmiddelen. Het percentage van de aftrek bedraagt in 2023 45,5. In 2024 daalt de aftrek naar 40% van het investeringsbedrag. Houd daar zo mogelijk rekening mee bij uw investeringsplanning. 

Om in aanmerking te komen voor MIA of EIA moet de investering per bedrijfsmiddel ten minste € 2.500 bedragen.

Plan de verkoop van bedrijfsmiddelen

Bij de verkoop van bedrijfsmiddelen, waarvoor u eerder KIA heeft gehad, moet u een deel van het genoten voordeel terugbetalen als de verkoop plaatsvindt binnen vijf jaar na het begin van het kalenderjaar van aanschaf. Stel de verkoop zo mogelijk uit tot na het vijfde jaar.

Aandachtspunten voor de aanmerkelijkbelanghouder

Dividend

Het tarief voor dividenduitkeringen aan dga’s bedraagt in 2023 26,9%. In 2024 gaat dit tarief naar verwachting naar 24,5% over de eerste € 67.000 en 33% over het meerdere. Als de dividenduitkering voor de jaarwisseling wordt gedaan, leidt dat mogelijk tot een hoger vermogen in box 3 en dus meer belasting in box 3. Een dividenduitkering kan gebruikt worden om de schuld aan de eigen bv af te lossen.

Schuld aan eigen bv

Houders van een aanmerkelijk belang in een bv (5% of meer van de aandelen) moeten inkomstenbelasting in box 2 betalen over schulden aan de eigen bv voor zover deze meer bedragen dan € 700.000. Schulden, die betrekking hebben op de eigen woning, zijn hiervan uitgezonderd. Het maximumbedrag van de schuld aan de eigen bv gaat in 2024 naar € 500.000. Afhankelijk van de situatie kan het aanbeveling verdienen de schuld terug te brengen tot onder het maximum of de heffing in box 2 te accepteren.

Salaris dga in 2023

Houders van een aanmerkelijk belang, zoals de dga en zijn partner, zijn wettelijk verplicht om voor hun werkzaamheden voor de bv ten minste een gebruikelijk loon te ontvangen. Het gebruikelijke loon is in 2023 het hoogste van de volgende bedragen:

  1. het salaris uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
  2. het hoogste salaris van de overige werknemers van de bv; of
  3. € 51.000.

De bv mag aannemelijk maken dat het salaris van de dga lager moet zijn dan het op basis van het voorgaande vastgestelde bedrag. Het minimale bedrag van het gebruikelijke loon voor 2024 is nog niet bekend

Let op! De verplichting om ten minste een gebruikelijk loon te betalen geldt voor iedere bv waarin de dga of zijn partner een aanmerkelijk belang heeft en waarvoor hij of zij werkzaamheden verricht.

Aftrekbeperking inkomstenbelasting

Het tarief waartegen de aftrek van ondernemersfaciliteiten in de hoogste tariefschijf wordt verrekend in de inkomstenbelasting bedraagt in 2022 40%. De hoogste schijf begint bij een belastbaar inkomen van meer dan € 69.398. In 2023 gaat dit tarief naar 36,93% bij een inkomen van meer dan € 73.031. Het voordeel van deze faciliteiten loopt daardoor terug. Het gaat om de volgende faciliteiten:
• zelfstandigenaftrek;
• aftrek speur- en ontwikkelingswerk;
• meewerkaftrek;
• startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid;
• stakingsaftrek; en
• mkb-winstvrijstelling.

De aftrekbeperking in de hoogste tariefschijf geldt ook voor de aftrek van betaalde hypotheekrente en de persoonsgebonden aftrek. Onder de persoonsgebonden aftrek vallen de volgende posten:
• uitgaven onderhoudsverplichtingen;
• uitgaven specifieke zorgkosten;
• weekenduitgaven gehandicapten; en
• aftrekbare giften.

Het zo mogelijk naar voren halen van uitgaven die kwalificeren als persoonsgebonden aftrek of het in 2022 vooruit betalen van hypotheekrente over de eerste helft van 2023 kan voordelig zijn.

Voorkom belastingrente

Belastingrente wordt in beginsel berekend wanneer de aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting op of na 1 juli van het volgende jaar wordt opgelegd. Ondernemers kunnen belastingrente voorkomen door vóór 1 mei om een (aanvullende) voorlopige aanslag te verzoeken of vóór 1 april aangifte te doen over het voorgaande kalenderjaar.

Bijtelling auto van de zaak

Voor het privégebruik van een auto van de zaak moet een bijtelling bij het loon van de werknemer worden gedaan. De standaardbijtelling bedraagt 22% van de catalogusprijs van de auto. Voor auto’s die voor 2017 zijn aangeschaft of geleaset gelden andere percentages. Lagere bijtellingen gelden gedurende 60 maanden. Daarna geldt de standaardbijtelling. Voor auto’s van voor 2017 bedraagt de standaardbijtelling niet 22 maar 25%.

Bijtelling elektrische auto

Voor een in 2022 aangeschafte nieuwe elektrische auto bedraagt de bijtelling 16% over de eerste € 35.000 van de catalogusprijs. Voor het meerdere geldt de reguliere bijtelling van 22%. Per 1 januari 2023 bedraagt de bijtelling voor nieuwe elektrische auto’s 16% over de eerste € 30.000 en 22% over het meerdere. Deze bijtellingspercentages gelden voor in het kalenderjaar nieuw aangeschafte auto’s en gelden gedurende 60 maanden. Overweegt u een elektrische auto, investeer of lease dan nog in 2022 om het voordeel van de lagere bijtelling gedurende 60 maanden te hebben.

Omdat de verlaagde bijtelling voor een periode van 60 maanden vanaf de datum waarop de auto op kenteken is gezet geldt, kunt u overwegen om een jonge gebruikte elektrische auto, liefst van voor 2019, aan te schaffen. U profiteert dan niet van de verlaagde bijtelling over de volle 60 maanden, maar slechts over de resterende maanden.